Sportboek

Sportboek: ‘De kunst van het dalen’ – Martin Bons

 

Hoe ik tot deze keuze gekomen ben

Het was moeilijk om een goed boek te vinden uit de lijst. Dit omdat ik eerst ook geen boek kon vinden in de schoolbibliotheek. Veel leerlingen waren mij al voor. Bijna alle boeken waren al uitgeleend. Toen ben ik gaan zoeken in de bibliotheek van Dronrijp. Ook geen sportboeken. Uiteindelijk heb ik besloten om een boek te bestellen via bol.com. Eén dag later ontving ik het boek al en ben het gelijk gaan lezen. Binnen twee dagen had ik het alweer uit.  Op de site heb ik verschillende covers en inleidingen van boeken bekeken. Veel boeken gingen over voetbal, boksen en wielrennen. Dit spreek mij niet erg aan, maar heb toch een keuze moeten maken en heb gekozen voor een wielrenners boek. Zelf had ik er ook nooit bij stilgestaan dat dalen zo lastig kan zijn!

 

Samenvatting

Dit boek is geschreven vanuit het gezichtspunt van Martin Bons zelf. Martin Bons neemt je mee in ongeveer de complete wereldgeschiedenis van het wielrennen. Anekdotes worden afgewisseld met levensvragen. De kunst van het dalen is een bijzonder boek. De meeste schrijvers schrijven alleen over de klim van de wielrenners. Er wordt maar weinig aandacht gestoken in het dalen.

De kunst van het dalen is een literair sportboek over dalen in de Tour de France. De angst die wielrenners ervaren tijdens het dalen. Over toeval en over de krankzinnigheid van de wielersport.

In dit boek komen verschillende bekende wielrenners aan bod. Hij verteld over trucs, tips, angst en ongelukken. Er zijn een hoop vraagtekens over dalen.. Speelt gewicht ook een rol bij dalen? Moet je meetrappen of niet? Hoe moet je dalen en kun je dat ook aanleren? Hebben dalers angst? Hebben slechte dalers ook last van hoogtevrees of denken ze teveel na tijdens het dalen? Is vallen toeval of ligt het aan de wieler zelf? Werkt doping bij het dalen?

Ook wordt er verteld dat Martin Bons tijdens het klimmen veel meer tijd heeft voor dagdromen en voor het inschatten van het parcours. Dit gedeelte van de rit brengt hem tot leven.

Tijdens het dalen moet je vooral overleven. Wielrenners gaan dan helemaal op in hun activiteit en vergeten zichzelf.

Ook geeft hij een tip: het is belangrijk om tijdens de rit ontspannen te zijn. Daarnaast moet je een goede concentratie en reactievermogen hebben. Door angst ga je slecht dalen…

 

Kortom een zeer meeslepend boek over een zoektocht naar de wetten, de trucs en de geheimen van het dalen!

 

Kerntaken en beroepscompetenties

KT1: Verandert gedrag duurzaam binnen het domein van sport, bewegen en gezonde leefstijl

Hierbij hoor beroepscompetentie 2:

‘’duurzaam veranderen van gedrag binnen het domein van sport, bewegen en gezonde leefstijl’’.

Deze kerntaak sluit goed aan bij het boek. Martin Bons (hoofdpersonage) wil zichzelf graag ontwikkelen in het wielrennen. Hierbij heeft hij veel concentratie en doorzettingsvermogen nodig. Hij moet vooral niet teveel angst hebben en niet teveel nadenken voordat hij aan een daling begint. Zo maakt hij het zichzelf alleen maar moeilijk. Door te oefenen en te oefenen wordt hij steeds beter en leert hij zijn grenzen kennen (maximale snelheid). Zo daalt hij van verschillende bergen af en bekijkt hij de meest vervelende routes. Elk steentje en groefje staat op papier.

 

KT4: Ontwikkelt, positioneert en begeleidt sport- en bewegingsprogramma’s.

SGM9: ‘’ontwerpen, organiseren en begeleiden van sport- en bewegingsactiviteiten en de werkzaamheden in de bedrijfsvoering’’.

Ook deze beroepscompetentie komt voor bij het wielrennen. Om een wielrenner maximaal te laten presteren zijn trainingen nodig die zijn gebaseerd op de juiste spiergroepen en uithoudingsvermogen etc. etc. Dit verschilt per persoon. Bewegingsactiviteiten worden ontworpen door de trainer en worden uitgevoerd op de wielrenner. Zo ontwikkelt de wielrenner zichzelf.

 

KT6 Verricht praktijkgericht onderzoek en vervult zijn rol als kenniswerker in de sportwereld.

SGM13: ‘’onderzoeken en adviseren’’

In dit boek wordt advies gegeven na een onderzoek. Zo wordt er aandacht gegeven aan het dragen van een helm, moet dat nou wel of niet? Is het modieus? Waar is het goed voor? Ook wordt er gesproken over wilde dieren die eventueel over de weg heen kunnen lopen.  Moet dat aangegeven worden of niet? En speelt gewicht ook een rol bij het dalen? Is het dragen van een zonnebril functioneel? Deze vragen worden allemaal beantwoord in het verhaal. Daarna wordt er advies gegeven wat je het beste kunt gaan doen en wat er ook werkelijk wordt uitgevoerd in onze samenleving. Deze problemen hebben zich ontwikkeld door de jaren heen.

 

KT overstijgende competenties

SGM 14 Ontwikkelen en borgen van sporteigenheid

SGM 16 Communicatie

SGM 17 Reflecteren en leren

SGM 18 zelfsturing en zelfwerkzaamheid

Tijdens het boek komt de SGM-professional terug in de bovenstaande kerntaken. Communicatie is erg belangrijk tijdens het wielrennen (verbaal of non-verbaal). Tijdens een achtervolging ter voorkoming van botsingen etc. Zelfsturing is het aller belangrijkst, zonder zelfsturing wordt je nooit beter in de sport!

 

Inzichten en het effect op mijn sporthart

Door het lezen van dit boek ben ik tot de ontdekking gekomen hoe lastig het eigenlijk is om op de juiste manier een berg af te dalen zonder angst te hebben. En zonder te denken aan de gevaren van het dalen. Er zijn zoveel ongelukken gebeurd en zoveel wielrenners zijn in het ravijn beland. Toch durven mensen dezelfde afdaling nog eens te maken. Ook slachtoffers pakken het wielrennen na jaren weer op. Dat vind ik heel knap. Blijf doorzetten en geef vooral niet op dat is wat ik van het boek geleerd heb. Mensen aan de kant zien lang zoveel niet als de wielrenner zelf. Ze juichen toe, klappen en hopen op goede resultaten. Ze zien niet wat er allemaal in een wielrenner om gaat. Heel interessant.